Zo werken wij

Vaste kaders en een degelijk ontwikkelproces

Groene Norm ontwikkelt examenproducten in overleg met specialisten uit het onderwijs en het bedrijfsleven. Samen zetten zij hun deskundigheid in om hoogwaardige examenproducten te ontwikkelen.

De kaders van waaruit we werken

  • Kerntaken
    Onze examenproducten dekken de hele kwalificatie. Uitgangspunt is een proeve per kerntaak, één of meer opdrachten per werkproces.
  • Vakkennis en vaardigheden
    Kennis en vaardigheden worden geïntegreerd binnen de proeve(s) beoordeeld. Wanneer dit geen optie is, wordt in het verantwoordingsdocument uitgelegd wat daarvoor de reden is en wat er dan wel mee wordt gedaan – als extra opdracht toegevoegd, onderdeel van het kennisexamen of niet beoordeeld.
  • Beoordelingscriteria
    De resultaten van een werkproces – waar mogelijk één op één overgenomen uit het kwalificatiedossier - worden beoordeeld met een onvoldoende/voldoende/goed. Wanneer een onvoldoende wordt gegeven, moet vanuit de aandachtspunten – de gedragingen uit het kwalificatiedossier – onderbouwd worden waarom het onvoldoende is. 
  • Alle werkprocessen voldoende
    Een kandidaat moet alle werkprocessen voldoende beheersen, om het oordeel voldoende of goed op een kerntaak te krijgen.

Examenontwikkeling, stap voor stap

Alle examenproducten ontwikkelen we op basis van de kaders en richtlijnen, zoals opgenomen in het Kwaliteitshandboek. Hierbij ontwikkelen we op de volgende manier:

  • Er wordt een ontwikkelgroep samengesteld uit inhoudsdeskundigen van de scholen en bedrijfsleven die op de hoogte zijn van de kwalificatie. Zij worden begeleid door een ontwikkelaar vanuit Groene Norm die werkt volgens de kaders en richtlijnen van Groene Norm en de eisen van Inspectie van het Onderwijs.
  • De ontwikkelaar nodigt de ontwikkelgroep uit voor een bijeenkomst.
  • Tijdens de eerste bijeenkomst neemt de ontwikkelaar de ontwikkelgroep mee in het kwalificatiedossier, bespreekt kort de kaders en richtlijnen en kijkt met de groep naar de verdeling van kerntaken en werkprocessen. Afhankelijk van de grootte en complexiteit van het kwalificatiedossier volgen nog enkele bijeenkomsten. 
  • De ontwikkelaar doet op basis van het kwalificatiedossier en eerdere examenproducten een voorstel voor opdrachten en het bijbehorende beoordelingsformulier. De ontwikkelgroep en de kwaliteitsbewaker van Groene Norm geven hierop feedback.
  • Wanneer de opdrachten klaar zijn, kijkt de ontwikkelgroep naar de kennis en vaardigheden. Zitten deze logisch verweven in de proeve? Zo niet, dan wordt gekeken naar oplossingen: moet het worden beoordeeld aan de hand van een kennisexamen, moet er een aanvullende opdracht in de proeve worden geschreven, of is het minder van belang en kan er verantwoord worden waarom het niet te beoordelen.
  • Wanneer een proeve gereed is, gaat deze naar de vaststellingscommissie. Zij stellen het examen vast aan de hand van een vaststellingsformulier met als resultaat:  
    • A, vastgesteld, 
    • B, nog een paar kleine zaken die moeten worden aangepast en bij voorzitter ter goedkeuring moeten worden aangeboden, 
    • C, afgekeurd.
      Alle examens binnen een kwalificatie worden op deze wijze beoordeeld.
  • Wanneer er een kennisexamen moet worden ontwikkeld, start de ontwikkelgroep met het bepalen van de toetsmatrijs
  • Vervolgens worden de taken verdeeld: schrijver van vragen – tegenlezer. Het kennisexamen is voor vaststelling gereed wanneer voor alle onderdelen in de toetsmatrijs twee keer de hoeveelheid vragen aanwezig zijn. Vervolgens stelt de vaststellingscommissie.
  • Na vaststelling komen de examenproducten via Examenbank beschikbaar. Ook de toetsmatrijs. Het kennisexamen komt beschikbaar in Remindo.
  • Wanneer alle proeves zijn vastgesteld, komt de kwalificatie beschikbaar in Praktijkbeoordelen
  • Nadat het examen meerdere keren is afgenomen, vindt er een evaluatie plaats.